Uitgelicht

My First Blog Post

Wie ben ik als…..?

Wie ben ik als……?

.

Wie ben ik,

als ik niet weet wanneer ik jarig ben?

Wie ben ik,

als ik niet weet waar ik geboren ben?

Wie ben ik,

als ik niet weet hoe mijn geboorte is verlopen?

Wie ben ik,

als ik niet weet wie mijn ouders zijn?

Wie ben ik,

als ik niet weet op wie ik lijk?

Wie ben ik,

Als ik niet van wie ik mijn uiterlijke kenmerken heb gekregen?

Wie ben ik,

als ik niet weet welke eigenschappen ik van mijn ouders heb meegekregen?

Wie ben ik,

als ik mijn familie niet ken?

Wie ben ik,

als ik niet weet welke ziektes in mijn familie voorkomen?

Wie ben ik,

Als ik mijn familiegeschiedenis niet ken?

Wie ben ik,

als ik mijn wortels niet ken?

Wie ben ik dan?


Een dag met een gevoelige snaar

‘Lang zal ze leven, lang zal ze leven, lang zal ze leven in de gloria, in de gloria, in de gloriaaaaaaaaaah. Hieperdepiep, hoera. hieperdepiep, hoera!’, zingen mijn vrienden in volle borst. Met een glimlach neem ik de prachtige kadootjes in ontvangst en we eten samen taart. Wat fijn dat ik lieve vrienden heb die samen met mij vieren dat ik weer een jaartje ouder ben geworden in goede gezondheid!

Toch voel ik me vreemd van binnen. Mijn gedachten dwalen af naar India. Zou daar ook iemand zijn die aan mij denkt vandaag? De dag dat ik haar buik heb verlaten? De vrouw die geen idee heeft waar ik nu ben, hoe ik eruit zie en wat ik doe in het dagelijks leven. De vrouw die zich misschien afvraagt wat er van mij terecht is gekomen. De vrouw die in wezen geen idee heeft hoe het met mij gaat. Die vrouw is mijn moeder. Wij zijn elkaar lang geleden uit het oog verloren. Ik slik mijn tranen weg terwijl ik een hap van mijn taart neem.

De telefoon gaat, het is mijn adoptiemoeder: ‘Heb je een fijne dag met je vrienden? Wat zijn jullie aan het doen?’, vraagt ze. Ik vertel haar wie er allemaal gekomen zijn, dat we taart hebben gegeten en dat het nu tijd is voor een wijntje met wat hapjes. Ze wenst mij, ook namens mijn adoptievader, een fijne dag toe en ze zegt dat we binnenkort mijn verjaardag dunnetjes zullen over doen met een etentje in mijn favoriete restaurant. Weer krijg ik tranen in mijn ogen, omdat mijn adoptiemoeder wél weet waar ik ben, hoe ik eruit zie en wat ik doe in mijn dagelijks leven. Zij weet wél hoe het met mij gaat.

Als iedereen de deur uit is pak ik drie kaarsjes. Ik zet ze allemaal op een rijtje en steek ze aan. Een kaarsje voor mijn moeder, een kaarsje voor mijn adoptiemoeder en een kaarsje voor mezelf. Dan ga ik op de bank zitten en kijk naar de drie kaarsvlammetjes. Ik sta stil bij het feit hoe onze levens met elkaar zijn verbonden. In mijn levenslot hebben deze twee vrouwen een waardevolle rol gespeeld, want zonder hen had ik nu niet geleefd. Bijzonder hoe een mensenleven kan verlopen. Vanuit mijn ooghoeken zie ik mijn wijnglas staan waar nog een druppel wijn in zit. Ik sta op, pak het glas wijn en ik zeg: ‘Proost op mijn moeder en adoptiemoeder. Bedankt voor dit leven. Ik wens jullie het allerbeste vanuit het diepste van mijn hart’!.

Exotische looks in een kikkerlandje

Dik zwart krullend haar, smalle enkels en voeten, mijn eeuwige buikje en mijn bruine huid. Met deze Indiase uiterlijke kenmerken heb ik het te doen in het leven. Dat valt niet altijd mee als je huis in Nederland woont kan ik je vertellen.

Kijk naar mijn haar, het is voor mij dikwijls lastig geweest om dit van nature droge en dikke haar te verzorgen. Van Nivea shampoo tot Andrelon shampoo, mijn haar gaat er niet van dansen ☹. Totdat ik zag dat alle mensen in mijn moederland, zowel jong als oud, kokosnootolie voor de verzorging van hun haar gebruiken. Aha, dat blijkt dus het geheim voor Indiaas dansend haar! Had ik dat maar eerder geweten, dat had heel wat gebroken kammetjes en frustraties gescheeld.

Mijn smalle enkels en voeten zorgen ervoor dat het kopen van schoenen moeilijk is in de doorsnee Nederlandse schoenenwinkels. Dus dat betekent dat ik voor goed schoeisel de duurdere schoenenwinkels moet bezoeken. Hier geef ik dus een kapitaal aan uit.  In India is er voor mij genoeg keuze in schoenen, alleen zijn er weinig herfst- en winterschoenen te vinden. Schoenen aanschaffen in India zou trouwens wel beter zijn voor mijn portemonnee 😊.

En dan mijn eeuwige buikje, die ik al sinds mijn twaalfde levensjaar in mijn bezit heb. Zeker als puber was ik gevoelig voor het schoonheidsideaal van een platte buik. Ik probeerde mijn buikje plat te krijgen door gezond te eten, te sporten en buikspieroefeningen te doen. Helaas hebben mijn inspanningen geen vruchten afgeworpen. Ik viel op verschillende plekken op mijn lichaam af, maar mijn buikje is hardnekkig en hij blijft zitten waar hij zit, grrrrr!  In India is me opgevallen dat Indiase vrouwen met trots hun buik laten zien. Sterker nog, de buik is het enige lichaamsdeel dat ontbloot is in de sari, het kledingstuk voor een Indiase vrouw. Een buikje wordt daar dus niet gezien als iets dat weg moet, integendeel! Sinds ik dit weet, hou ik van mijn buikje ♥.

En dan tot slot mijn bruine huid. Helaas krijg ik tot op de dag van vandaag zo nu en dan racistische opmerkingen van onze medemens naar mijn hoofd geslingerd. Pijnlijk, dat wel. Als kind, puber en student was ik te verlegen om er iets van te zeggen. Nu probeer ik het, als de situatie het toelaat, bespreekbaar te maken en zeg ik dat zo’n racistische opmerking mij raakt en leg ik uit waarom. De reacties van mensen hierop zijn verschillend van aard, van begripvol tot lomp.  Mij gaat het erom dat ik voor mezelf ben opgekomen én alleen dat al geeft me op zo’n moment al voldoening. Enne..overigens komt mij  als zonneaanbidster pur sang een bruine huid zeker wel goed uit 😉.

Wel, door mijn Indiase uiterlijke kenmerken te verbinden met mijn moederland, heb ik nieuwe inzichten hierover gekregen. Nu kan ik met heel mijn hart zeggen dat ik tevreden met mijn exotische looks in een kikkerlandje!

Spoorloos

Tranen staan in de ogen van deze Indiase moeder. Haar hartenwens is niet in vervulling gegaan. Haar buurvrouw slaat een arm om haar heen om haar te troosten. Met een brok in mijn keel kijk ik naar deze moeder van een jaar of vijftig, naar haar buurvrouw en de eigenaresse van het guesthouse die als tolk heeft gediend tijdens dit gesprek.

Vandaag heeft de Indiase moeder al haar moed bij elkaar geraapt. Vandaag maakt ze één van de spannendste wandelingen van haar leven. Zij durft me bijna niet aan te kijken. Laat staan dat ze durft te praten. Ze verbergt zo nu en dan haar gezicht achter haar kleurrijke sjaal. Als onze blikken elkaar kruisen, slaat zij snel haar ogen weer neer. Haar buurvrouw doet voornamelijk het woord als we met elkaar in tuin van het guesthouse zitten.

Deze twee buurvrouwen hebben mij achtervolgd om erachter te komen waar mijn verblijf is. Ze hebben mij eerst een aantal weken geobserveerd terwijl ik samen met andere vrijwilligers hun huizen passeerde. Juist vanwege het feit dat ik Westerse kleren aan heb en dat mijn gezelschap bestaat uit blanke mensen, weten ze het vrijwel zeker. Ze denken dat ik ongeveer dezelfde leeftijd heb als de persoon waar ze al jaren naar zoeken én in hun ogen heb ik uiterlijke kenmerken van een Zuid-Indiase vrouw. Ze vinden me wel lang voor een Indiase, volgens hen komt dat omdat ik gezonde voeding heb gegeten tijdens mijn jeugd.

De buurvrouw vertelt dat haar buren ongeveer dertig jaar geleden hun dochter hebben afgestaan aan een Frans echtpaar waar zij via via mee in contact zijn gekomen. Het Franse koppel wilde dolgraag een baby, maar dat lukte om medische redenen niet. De ouders konden vanwege financiële redenen niet voor hun vierde dochter op rij zorgen, drie kindermonden vullen was al heel erg moeilijk voor ze. Wel wilden ze hun dochter met hart en ziel een goede toekomst bieden. De afspraak was dat het Franse echtpaar de zorg voor hun dochter op zich zou nemen en daarbij nauw contact zou onderhouden met de vader en moeder in India. Op die manier konden de ouders op de hoogte blijven van de ontwikkeling van hun dochter. De eerste drie jaar kregen ze nog wel eens een brief met wat foto’s van hun dochter. Toen hun dochter ongeveer vier jaar was, ontvingen ze geen brieven en foto’s meer van de adoptieouders in Frankrijk. Tot op de dag van vandaag schrijven de biologische ouders elk jaar drie brieven naar hun dochter in Frankrijk. Hun brieven zijn nooit beantwoord, noch door de adoptieouders noch door hun dochter. Elke dag bidden zij tot God in de hoop dat hun dochter op een dag terug zal komen.

En dan ben ik helaas toch niet de verloren dochter die terug is van weggeweest.

‘Where is my Manisha? I am waiting for 30 years!’, zegt de Indiase moeder, ze slaakt een diepe zucht en verbergt haar gezicht wederom achter haar kleurrijke sjaal.

Geluksvogel

Tijd om naar buiten te gaan, de eerste zonnestralen laten zich weer zien en de temperatuur is aangenaam. Ik pak mijn rugtas, stop er een flesje water in, een appel en een boek. Fluitend loop ik de deur uit, op naar het park. Ik zie onderweg dat ik niet de enige ben die van deze mooie lentemiddag wil genieten: kinderen met de eerste ijsjes in hun handen, mensen zonder jas op de fiets, poezen die op de stoep liggen te slapen en kwetterende vogeltjes. In het park staat nog een leeg bankje, een perfecte plek voor mij om rustig een boek te lezen. Althans, dat dacht ik.

Na een paar bladzijden gelezen te hebben, lopen een man en vrouw van middelbare leeftijd hand in hand naar me toe. Ze vragen of ze bij mij op het bankje mogen komen zitten. ‘Natuurlijk, geen probleem, het is te mooi weer om niet van de zon te genieten!’, zeg ik lachend.  Ik lees weer verder. Ik voel dat twee paar ogen op me gericht zijn. Het stel zit me aandachtig te bekijken. Dan vraagt de man: ‘Welk boek lees je?’ Ik vertel dat ik een roman lees en dat het verhaal zich afspeelt in India. De vrouw laat haar kans niet aan zich voorbij gaan en vraagt meteen: ‘Kom jij ook uit in India?’ Ik knik van ja. De vrouw vertelt me dat ik wel heel goed Nederlands spreek voor iemand die uit India komt. De man stoot zijn vrouw zachtjes aan en zegt: ‘Ik denk dat ze geadopteerd is uit India.’ Ik glimlach en bevestig de man in zijn zojuist gedane uitspraak.

De vrouw reageert enthousiast: ‘Nou, je bent echt een geluksvogel omdat je bent opgegroeid in Nederland. Wij zijn een keer in India geweest, wat een armoede!’ Daarna vraagt ze op directe wijze: ‘Ken je je biologische moeder ook?’  Ik vertel dat ik mijn biologische moeder niet ken. ‘Oh, maar je hebt dan toch zeker wel Spoorloos ingeschakeld, want op televisie zie je vaak dat ze succes hebben en dat ze de biologische moeder vinden.’ Ik geef aan dat ik Spoorloos niet heb ingeschakeld. Haar lippen vormen zich om de volgende ‘Oh’ uit te spreken.

De man kijkt naar de punten van zijn schoenen en lijkt in gedachten te zijn verzonken. Dan kijkt hij mij opeens recht in de ogen aan en zegt: ‘Het lijkt me zo vreemd als je je biologische ouders niet kent. Echt heel verdrietig eigenlijk. Zo’n geluksvogel ben je niet.’ Ik ben onder de indruk van de reactie van deze man, iemand die lijkt te begrijpen dat er ook een keerzijde aan de medaille van adoptie zit. De wangen van de vrouw kleuren rood, nu is zij degene die volop aandacht heeft voor de punten van haar schoenen. Een stilte volgt. ‘Sorry’, mompelt ze terwijl ze aan haar handtasje frummelt. ‘Sorry, dat ik zei dat je een geluksvogel bent en dat ik je zo op de man af naar je biologische moeder vroeg, sorry hoor!’ ‘Excuses aanvaard, het is ok’, zeg ik. Dit stel zou eens moeten weten hoe vaak ik deze vragen al heb beantwoord. Hun reactie is een uitzondering op de regel, want zij zien in dat adoptie niet alleen maar rozengeur en maneschijn is.

Die éne vraag in een sloppenwijk.

Tranen springen in mijn ogen bij het horen van die éne vraag van een Indiase jonge vrouw. Ze is gekleed in een geel met rode sari en ze heeft een baby, een meisje. Door haar vraag word ik eraan herinnerd dat de toekomst van een kind zeker ook wordt beïnvloed door waar het wiegje staat. Deze éne vraag zet me ook aan het denken over mijn eigen afkomst.

Stel je voor, dat ik geboren zou zijn in de sloppenwijk in de grote stad waar ik me nu bevind? Hoe zou het zijn om op te groeien in een huis bestaande uit golfplaten, karton en stro? Hoe zou ik het vinden als ik in een huis van circa acht vierkante meter zou wonen? Hoe zou ik het ervaren om de hele dag de mix van geuren van wierook, eten, uitlaatgassen en urine te ruiken?

Maar ook, hoe zou het zijn als ik wel bij mijn eigen familie op zou groeien ook al zouden we dan weinig geld hebben? Zou ik ook de hele dag buiten spelen met andere kinderen en zelf spelletjes verzinnen, omdat er geen kant-en-klaar speelgoed aanwezig is? Zou ik ook op jonge leeftijd Indiaas leren koken van mijn moeder? Ik ben benieuwd of dat überhaupt een succes zou worden, want ik ben namelijk het liefste binnen een kwartier klaar met koken 😉. Maar dat terzijde voor nu.

De jonge vrouw die me die éne vraag heeft gesteld kijkt me met grote ogen aan, benieuwd wat mijn antwoord zal zijn. Deze moeder heeft van social worker Anil  gehoord dat ik als baby geadopteerd ben en in Nederland woon, een land in Europa, ver weg van India. Ze heeft via Anil aan mij gevraagd of ik lieve ouders heb, of ik naar school ben gegaan en of ik kan lezen, schrijven en rekenen. Deze drie vragen heb ik met een volmondig ja beantwoord.  Daarna geeft ze de baby aan mij en stelt ze die éne vraag: ‘Ik kan mijn dochter geen goede toekomst bieden, want ik kan haar niet naar school laten gaan. Als ik naar jou kijk is alles goed gekomen. Wil je alsjeblieft mijn dochtertje meenemen naar Nederland en voor haar zorgen?’. Het gevoel van machteloosheid is op het gezicht van deze moeder af te lezen.

Ik sta met mijn mond vol tanden, tranen van verdriet én geluk springen in mijn ogen. Het maakt mij verdrietig dat de toekomst van dit meisje uitzichtloos is in deze omgeving. Zo uitzichtloos dat deze moeder mij deze éne vraag stelt en mij de baby voor het stellen van de vraag al overhandigt in de hoop dat ik ‘ja’ zal zeggen. Tegelijkertijd besef ik me dat het verplaatsen van mijn wiegje ervoor heeft gezorgd dat ik alle onderwijskansen voor het creëren van een glansrijke toekomst heb gekregen, dit stemt mij gelukkig.

Anil merkt op dat ik opeens tranen in mijn ogen heb en hij lijkt mijn gedachten te kunnen lezen. Hij zegt tegen de jonge vrouw dat ik niet zomaar een baby mee kan nemen naar Nederland, ook al gun ik haar dochter het allerbeste. Na deze woorden van Anil slikken de jonge moeder en ik allebei onze tranen weg. Ik leg mijn hand op de schouder van deze moeder en geef de baby een aai over haar bol en zeg: ‘Namasté’.

Please, give her a…….!

Vandaag is het zover! Ik mag met een vriend, zijn naam is Raja, mee naar een echte Indiase bruiloft.

De bruid is het achternichtje van zijn nicht Kalpana. Raja en zijn achternichtje kennen elkaar niet persoonlijk, maar ‘family is always family, the distance doesn’t matter’, aldus mijn vriend. Een Indiase outfit voor een bruiloft heb ik niet, maar volgens Raja kan ik dat wel van zijn nicht lenen:  ‘No problem my dear friend!’.

We vertrekken ’s ochtends om half acht op de motor naar het huis van Kalpana en haar man. Ik vraag aan Raja of we ook een motorhelm dragen tijdens de motorrit. Hij vertelt dat hij geen helm heeft en daarbij heeft hij al járen rijervaring: ‘Don’t worry dear’. Op hoop van zegen dan maar. De rit duurt zo’n vijf uur. Ben ik even blij dat mijn achterwerk niet het meest slanke deel van mijn lichaam is 😉.

We bereiken onze bestemming, ongedeerd. Bij binnenkomst knijpt Kalpana ons allebei even in onze wangen ter liefkozing. Kalpana kijkt verbaast naar mij en dan naar Raja: ‘She is an Indian girl or not?’. Raja legt uit dat ik geadopteerd ben uit India en dat ik nu in Nederland woon.

Kalpana gaat naar een kamer en komt terug met een felroze salwar oftewel een wijde broek met een lang t-shirt. Ze is van plan om van mij een echte Indiase bruiloftgast te maken. Ze kamt mijn haar met een ruime hoeveelheid kokosnootolie. Hierdoor ziet mijn haar er eerder uit alsof ik mijn haar dagen niet heb gewassen dan een feestkapsel. Smaken verschillen 😊.

Kalpana staat te popelen om me op maken. Ze heeft een kohlpotlood, poederdoos en roze lippenstift in haar hand. Na twintig minuten is ze klaar. ‘Very beautiful miss, very beautiful!’, roept ze opgetogen. Ze geeft me een spiegel zodat ik kan zien hoe ik er uit zie. Ben ik dat? Dit gaat verder dan smokey eyes en een glans op mijn lippen. Kalpana geeft me nog gouden oorbellen, armbanden en een ketting, dat is de finishing touch. Raja steekt zijn duim omhoog als hij me ziet. Ik kijk nog een keer in de spiegel: ‘Wow, Ik lijk nu echt op een Indiase bruiloftgast!’.  

De tijd is aangebroken om naar de bruiloft te gaan. We komen aan bij een ‘Marriage Hall’. De muziek klinkt ons van ver af al in de oren. Binnen zitten minstens duizend mensen in de meest kleurrijke kleding op plastic stoelen die keurig in rijen staan. Ze kijken allemaal naar een podium. Op het podium zitten, ook op plastic stoelen, de bruid en de bruidegom met allebei een enorme bloemenkrans om hun hals. Ze zien eruit als een Indiase prins en prinses. Het valt mij op dat de liefde er niet vanaf spat bij dit kersverse bruidspaar. Raja vertelt me: ‘It’s an arranged marriage, not a love marriage, that’s why you don’t feel the love between them’.

Ondertussen lopen sommige mensen al naar de eetzaal. Na een half uur onafgebroken naar het bruidspaar gekeken te hebben gaan wij ook naar de eetzaal. Daar ontmoet ik nieuwe familieleden en kennissen van Raja. Alle ogen zijn op mij gericht, ik begrijp niet waarom. Ik zie er toch uit als een echte Indiase! Mijn vriend legt uit: ‘You are looking like an Indian girl, but every Indian will see you are not a real Indian girl. It’s your way of walking, your movements and expression’.

Tijdens het diner wordt het bewijs geleverd dat ik, ondanks de inspanningen van Kalpana, geen echte Indiase ben. Alle bruidsgasten eten namelijk soepel met hun handen het eten op. Bij mij valt regelmatig de rijst met curry uit mijn handen in plaats van in mijn mond, ook al doe ik  mijn uiterste best. Raja geeft me een knipoog, roept de ober en vraagt: ‘Please, give her a spoon!’.

Is dit mijn land?

Tranen lopen over mijn wangen terwijl ik in het bed van mijn hotelkamer lig. Wat moet ik doen? Moet ik naar huis gaan? Of moet ik blijven? Drie weken heb ik  samen met een reisgezelschap rondgereisd in Zuid-India, maar mijn lieve behulpzame reisgenoten gaan morgen weer naar Nederland. Mijn plan is om in totaal drie maanden in India te blijven. Negen weken hebben we nog te gaan, mijn backpack en ik.  De Lonely Planet ligt op mijn nachtkastje, ik blader er nog eens in. Midden-India en Noord-India liggen nog op me te wachten. Mijn maag krimpt ineens als ik er aan denk dat ik nog verder moet reizen.  Toch zegt een stem in mijn hoofd: ‘Jij wilt toch weten wie je bent, zet dan door!’.

Ik sluit mijn ogen. De beelden van India flitsen aan me voorbij: slapende gezinnen op straat, bedelende moeders met baby’s op hun arm, magere onverzorgde straatkinderen, vrouwen met verminkte gezichten, straathondjes met schurft, overvolle bussen en treinen, spugende mannen, penetrante geuren, het lawaai van claxonnerende bussen, motoren, auto’s en riksja’s.

Ook de prachtige kleuren, de geuren van heerlijke eten en wierook, zorgzame mensen, schattige tempeltjes, grappige Bollywoodfilms, Indiase klassieke muziek, rijke Indiase filosofie en mooie natuurbeelden zijn mij niet ontgaan.

Waar ik maar niet aan kan wennen zijn de starende blikken van de Indiërs. Een Indiase vrouw met een backpack op haar rug heeft veel bekijks. Het lijkt wel of ik een attractie ben. Begrijpelijk, maar ook ongemakkelijk. Zoveel aandacht ben ik niet gewend van mijn medemens. Laat staan van mijn landgenoten!

India is zo overweldigend. Niet alleen voor mij, maar ook voor mijn medereizigers heb ik me laten vertellen. Waarschijnlijk ben ik extra geraakt door alles wat ik zie omdat mijn wortels in dit land liggen. Mijn familie woont hier. Ik mis mijn familie terwijl ik niet eens weet waar ze zijn. Enerzijds ben ik vervreemd van mijn moederland en deze cultuur, anderzijds lijkt het alsof ik de geuren, klanken en kleuren op de één of andere manier herken. Contrasterende gevoelens in een land waarin de contrasten ook zo duidelijk aanwezig zijn. Wat dat betreft ben ik dan wel weer heel Indiaas 😉.

Ik open mijn ogen weer en kijk naar de ronddraaiende fan die aan het plafond hangt. Zonnestralen vallen mijn kamer binnen. Tijd om op te staan. Mijn benen zijn zo zwaar als lood, mijn hoofd zit vol met watten. Een rustdag inlassen lijkt me een goed plan voor vandaag. Indrukken verwerken. Daarna zal ik gehoor geven aan mijn innerlijke stem en mijn reis vervolgen, alleen.

Wie ben ik?

Tranen lopen over mijn wangen terwijl ik in het bed van mijn hotelkamer lig. Wat moet ik doen? Moet ik naar huis gaan? Of moet ik blijven? Drie weken heb ik  samen met een reisgezelschap rondgereisd in Zuid-India, maar mijn lieve behulpzame reisgenoten gaan morgen weer naar Nederland. Het plan is om in totaal drie maanden in India te blijven. Negen weken hebben we nog te gaan, mijn backpack en ik.  De Lonely Planet van India ligt op mijn nachtkastje, ik blader er nog eens in. Midden-India en Noord-India liggen nog op me te wachten. Mijn maag krimpt ineens als ik eraan denk dat ik nog verder moet reizen. Toch zegt een stem in mijn hoofd: ‘Jij wilt toch weten wie je bent, zet dan door!’.

En…gelukkig heb ik mijn reis in India vervolgd. Na mijn eerste reis ben ik nog twee keer voor een periode van drie maanden en voor een aantal korte vakanties van drie weken in India geweest. Door deze reizen heb ik als geadopteerde mijn moederland en mezelf beter leren kennen. Dit ging niet zonder horten en stoten. Tijdens deze zoektocht naar ‘Wie ik ben’ heb ik ook in Nederland het één en ander meegemaakt waarbij ik geconfronteerd werd met mijn adoptie.

De ervaringen die een stempel hebben gedrukt in mijn zoektocht naar ‘Wie ik ben’ heb ik beschreven in deze blogserie.

Deze ervaringen hebben er stuk aan stuk aan bijgedragen dat ik nu eindelijk beter weet wie ik ben 😉 ! Elke week zal ik een nieuwe blog plaatsen. Wees welkom om mee te lezen! Voor vragen en/of opmerkingen mag je een mail sturen naar: djoelaparna@gmail.com.

Namaste oftewel het licht in mij groet het licht in jou!

Een zonnige groet, Djoelaparna

Ps. Djoelan is de naam die ik Nederland heb gekregen en Aparna is de eerste naam die ik in India heb mogen ontvangen.